0

- nu alle dagen geopend -- nu alle dagen geopend -> Openingstijden

0

- nu alle dagen geopend -- nu alle dagen geopend -> Openingstijden

EXPEDITIE HOLLAND

#1 

Het zijn barre tijden. Het vaderland wordt geteisterd door tegenslag en rampspoed. De voorheen zo florerende brouwnijverheid heeft het zwaar. Op de Nieuwe Willemskade te Harlingen staat een man, ruige baard, de gelaarsde voet op een houten kist, handen diep in de zakken gestoken. Geart fon Frisia kijkt uit over zee, waar nieuw avontuur op hem wacht. Door aanblik van zijn fier wapperende Brouwdok vlag op de voor anker liggende driemaster, kan hij een klein vreugdedansje niet onderdrukken. Snel kijkt hij om zich heen, heeft niemand het gezien? Nee. Hij steekt zijn handen weer diep in de zakken. Gezicht weer in de plooi.

Weelde der wereldzeeën

Deze kapitein heeft een plan. Waar de één bij de pakken neer zit, teneergeslagen door zoveel tegenstroom, ziet deze ervaren gezagvoerder, bekend met de weelde der wereldzeeën, juist mogelijkheden. Een zeereis. Een verre reis, langs exotische oorden. Zien wat er te zien valt. Proeven wat er te proeven valt. Een zoektocht naar uitheemse bieren. Fon Frisia gaat op zoek naar nieuwe ingrediënten, spannende smaken, verfrissende inzichten. Hij wil meer weten. Verlangt naar verre einden en wilde werelden. Hij is ten diepste gedreven om zoveel mogelijk mensen deelgenoot te maken van een brouwsel o zo bevredigend. Bier.

In Allardus van Amelant vindt hij een deelgenoot. De ietwat verwarde professor is door wangedrag uit zijn betrekking aan de Academie van Franeker gezet en heeft veel tijd omhanden. Ook Allardus heeft kennis van brouwen en kan tevens met behulp van de sterren navigeren. ‘Voor we vertrekken’, spreekt de geleerde tot Geart, ‘is het belangrijk de kennis van vaderlandse bieren bij te spijkeren.’ De twee zitten gebogen over de wereldkaart, beide een fles bier in de hand. Gearts' papegaai Yfke zit op haar stok in de hoek. 'Bieren', krast het beest.  

Hollandse Ale

Allardus leunt met zijn ellebogen op het houten tafeltje, hijst aan zijn pijp, blaast met groot gevoel voor drama de rook uit en begint te vertellen. ‘Hollandse Ale’, zegt hij, 'werd onder andere gebrouwen in Harlingen, in Brouwerij het Gele Hart in het begin van de 19e eeuw. De kwaliteit van de Vaderlandse bieren was in die tijd niet goed, die van Engelse bieren wel. In Engeland liep men wat voor op ons wat brouwnijverheid betreft, ze gingen er meer industrieel te werk, gebruikten onder andere een thermometer, en dat kwam de kwaliteit ten goede.’ 

De professor haalt zijn hand door zijn grijze krullen. ‘De kwaliteit van het Engelse bier ging alsmaar vooruit, terwijl het Nederlandse achteruit ging. De export vanuit Engeland bereikte grote hoogten. Het bier was relatief duur, maar dat vormde voor de afnemers geen belemmering. Engelse Ale was steviger qua alcohol en had meer voedingswaarde, het was een goed houdbaar, stabiel bier. En het spul was een doorn in het oog voor de vaderlandsche brouwnijverheid. Als tegenreactie begonnen Nederlandse brouwers ook Engelse Ale te brouwen, tot een grapjas bedacht dat het dan maar Hollandse Ale moest heten. Brouwers gooiden er een bak Spaanse Brandewijn in en daarmee was het een van de eerste bieren die werd gemengd met sterke drank. Met een flinke schep Cubaanse suiker verhoogden ze ook het alcoholpercentage. Op een Engelse Ale leek het Nederlandse brouwsel met het verstrijken van de tijd geenszins meer. Maar zie hier: exotische ingrediënten zijn al dichter bij huis dan je denkt.’’

De twee mannen staren een tijdje voor zich uit. Zulk mooi spul, dat bier... en dan de kwaliteit niet op peil hebben. Een doodzonde. De Hollandse Ale was een bier dat qua kwaliteit eindelijk weer meedeed. Sterker nog, het werd zo'n goed bier dat het ook werd geëxporteerd naar de Oost.

Zeelui

Allardus schraapt zijn keel. ‘Harlingen was een van de eerste plekken waar Engelse Ale aan land kwam en waar het gebrouwen werd, waarschijnlijk omdat het een havenplaats is en havenplaatsen als eerste worden blootgesteld aan vernieuwingen. Het bier kwam hier immers aan land, en zeelui weten over het algemeen ook nog wel eens wat. Waarschijnlijk dachten ze in de brouwerij in Harlingen: dat spul vliegt hier zo hard de kroegen uit, dat moeten we zelf ook maar brouwen. Het scheelt natuurlijk accijnzen als je het niet hoeft te importeren.’’

‘We gaan Hollandse Ale brouwen’, zegt Geart met grote stelligheid. ‘Als eerbetoon aan onze eigen vaderlandse biernijverheid. Een laatste bier voor ons vertrek. Spaanse brandewijn, Cubaanse suiker, voorwaar een mooi begin!’ Allardus bromt instemmend.

‘Naar de ketels!’

Uit de aantekeningen van professor Allardus van Amelant

Hollandse Ale bevat een duchtige hoeveelheid gerst, daarnaast een weinig tarwe. Nog tijdens de kook wordt Havanna suiker toegevoegd. In dien tijd was Cuba één der grootste suikerproducenten ter wereld en de uitmuntende rietsuiker vond gretig aftrek bij onze brouwers voor het verhogen van het alcoholpercentage, terwijl het bier op deze wijze versterkt toch goed doordrinkbaar blijft. Tenslotte werd tijdens de vergisting nog Barcelona-brandewijn toegevoegd. U ziet dat het vermengen van bier met sterkere dranken niets nieuws onder de zon is; onze voorouders waren er al genoegzaam mee bekend. Zo is het is voorwaar een stevig bier, geschikt om maartse buien en stormen te weerstaan.

Volgende maand verlaat de ark de haven op een golf van schuimend bier. 
De mannen weten nog niet precies waar ze terecht komen, maar dat er een nieuw bier gebrouwen wordt, zoveel is zeker. 

Laat een reactie achter

* Verplichte velden
Wij slaan cookies op om onze website te verbeteren. Is dat akkoord? JaNeeMeer over cookies »